Elke dag weer een belevenis

Woensdag zijn we na het wassen van de kinderen en het ontbijt spontaan met John meegegaan naar een Ghanese begrafenisdienst. Jammer genoeg konden we binnen in het gebouw niet meer zitten omdat het zo druk was. De chief van het dorp was namelijk gestorven. De chief is de hoogste en belangrijkste man van het dorp. Voor een Ghanees is een begrafenis een feest en niets is zo belangrijk als een mooie begrafenis. Zo snel mogelijk na de dood moet ook aan iedereen bekend gemaakt worden dat diegene is overleden. Dit doen ze door grote posters te laten maken met een foto van de overledene erop. Deze posters hangen ze door heel het dorp of de stad. Door middel van een begrafenis bedanken de nabestaanden de overledene voor zijn of haar rol op aarde en worden de ancestors van de overledene ingelicht dat diegene naar de hemel komt. Elke gast neemt een cadeau mee, vaak stoffen of drank.

Het was een bijzonder gezicht. Er liep een vrouw huilend en schreeuwend naar buiten, terwijl mensen binnen vrolijk wijn aan het drinken waren en spelletjes speelden. Na een tijdje kwam de zoon van de chief naar buiten. Hartstikke zat was hij. Hij vertelde wat over z'n vader en liep verder. De begrafenis duurt een week en er wordt flink bij gefeest en gedronken.

Na een tijdje ben ik terug naar de basisschool gegaan. Na een tijd met de kinderen gespeeld en gezeten te hebben, zei de directeur dat ik eigenlijk toch niks kon doen daar vanwege de examens. Dat vond ik wel heel jammer, maar ja.

's Middags zijn we met John naar Swedru geweest om teenslippers voor alle kinderen in het tehuis te kopen. Je kan daar niet lopen zonder iets van eten of drinken van de mensen te kopen dus we hebben weer poeflots (ofzoiets) gekocht. Dat zijn in olie gebakken deegbollen die precies op oliebollen lijken. Hmm heeeerlijk zijn ze!

Na het eten heb ik nog een hele tijd buiten gezeten met de oudste meiden. Ze gingen me Fante (spreek uit als fanti), de lokale inheemse taal, leren! Het was echt heel grappig, want zij zeggen klanken die wij in het Nederlands niet kennen of kunnen uitspreken. We hebben dus flink wat af gelachen :) toen ik zei dat ik een lange broek en vest aan ging doen voor de muggen, hebben ze me geleerd hoe ik 'mug, jij bent mijn vijand' in Fante moet zeggen! Het kostte wat oefening, maar ik kan nu 'ntumtum me ta foejo' zeggen! Ze wilden weten hoe je 'goodbye' en 'god bless you' in het Nederlands zegt. Dus toen we gingen slapen, was het 'doeie doeie god zegene je!'

Later zagen we ineens allemaal vuurvliegjes vliegen, wauw!! Dat was echt heel mooi om te zien. Al die kleine lichtjes vlogen door de lucht. De kinderen probeerden ze te vangen, maar zodra je er met je zaklamp op scheen, doofden de vuurvliegjes hun licht. Ze zaten echt overal, zelfs in het gras en op het zand!

Al met al was het weer een leuk maar erg vermoeiend dagje met allemaal indrukken.

Taalbarrière

Dinsdag hebben we weer eerst de kinderen gewassen en aangekleed. Het was de bedoeling dat wij les gingen geven aan de kleinsten en John had gezegd: "you can teach the little ones everything you want!" Dus vol goede moed zaten we aan het ontbijt (wit brood met omelet, voor de 20e keer) ideeën te bedenken. Toen we wilden beginnen bleek echter dat de kinderen helemaal niet begrepen wat we zeiden. Deze taalbarrière maakte het onmogelijk om de kinderen stil en op een bankje te krijgen, ook al waren het maar 10 kinderen en waren wij met z'n drieën! Op een gegeven moment had ik ze zover dat ze allemaal zaten en stil waren. Komt de baby van 1 vrolijk roepend aangedjiffeld. Gelijk springen al die kinderen op dat meisje en weg waren ze. We werden er echt moedeloos van. Toen John na een tijdje kwam kijken, vertelden we dat de kinderen geen Engels begrepen. Hij zei: "oh maar ze kunnen wel Engels hoor!" En hij vroeg "how are you?" aan een van de kids. Die antwoordde: "I'm fine." Dus dat was voor hem het bewijs dat ze Engels konden hahha.

Ik ben daarna maar een meisje van 16 gaan helpen met de kleren van de kinderen wassen, want dat was ook een flinke berg. Zij kon ook bijna geen Engels. Het valt me trouwens echt op dat de mensen in dit dorp sowieso heel slecht Engels spreken. Als we iets zeggen, kijken ze ons glazig aan en knikken yes en oke, maar begrijpen doen ze ons niet. Best heel lastig. Maargoed het meisje van 1 is dus haar dochtertje. Zij is wel heel vroeg moeder geworden!

Toen John weer terug was uit het dorp (hij rijdt constant heen en weer op de motor van z'n "junior brother"), bood hij aan om me mee te nemen naar de basisschool in het dorp waar de kinderen uit het weeshuis naartoe gaan met de gedachte dat ik daar misschien iets kon doen. Daar aangekomen renden er minstens 50 kinderen op me af! "Obruni! Obruni! Obruni!" Riepen ze allemaal en ze gingen allemaal rond me staan en wilden me allemaal aanraken. Ik had aan elke vinger twee kinderen en er stonden er nog tientallen rond die me allemaal wilden aanraken. Het leek wel alsof ze wilden testen of ik wel echt was. De directeur kwam op me af met de vraag of ik op de foto wilde voor de school. Ik moest buiten bij een computer met een paar kinderen ervoor staan en wijzen alsof ik ze iets aan het uitleggen was. Dit voor een reclamebord voor de school! Hij zei dat het een geschenk van God was dat ik precies op het goede moment naar de school was gekomen en dat als mensen zouden zien dat op zijn school een "white lady" uitleg geeft over computers, dat absoluut nieuwe kinderen zou aantrekken, omdat alle kennis over computers uit de Westerse wereld komt.

Ik heb nog een tijdje met de kinderen gespeeld en we spraken af dat ik de volgende dag terug zou komen en dan zou ik vanalles met de kinderen kunnen herhalen tussen de examens door, zei hij.

's Middags ben ik in m'n eentje met de trotro naar een Internet café Swedru geweest om m'n blog enigszins bij te kunnen werken. Ik vond het wel even spannend om alleen te gaan, maar alle mensen waren heel behulpzaam en vroegen waar ik naartoe moest en wezen me de weg. Eerlijk gezegd heb ik me hier in Ghana nog geen moment onveilig gevoeld!

Suikerfeest

Suikerfeest!

Het weeshuis ligt een stukje buiten het dorp Gomoa Tarkwa tussen de bananenbomen, cassavaplanten, palmbomem en maïs stengels. De ligging is dus echt prachtig en de kinderen hebben alle ruimte en rust om veilig te spelen. Op het erf lopen verschillende kittens, geiten en een boel kippen.

John had gezegd dat we om 6 uur moesten opstaan om de kleinste kinderen te helpen met wassen en aankleden. Ik voelde me eerst een beetje ongemakkelijk omdat we niet echt wisten waar we moesten beginnen en met wat we de kinderen moesten wassen. Het werd ook niet echt uitgelegd. Er was een meisje van 16 bij een die deed het dan uiteindelijk wel voor. We kregen een soort stuk gaasachtig stof en een groot stuk zeep. Met een bakje goten we wat water over de kinderen en de zeep ging dan gigantisch schuimen. Ik vind het water in het begin altijd best koud bij het douchen maar de kinderen gaven geen kick!

Na het wassen kwamen ze aanzetten met een roze potje. Het bleek dat ze ingesmeerd moesten worden met een soort bodylotion! Dat vond ik dan wel weer heel luxe en goed voor een weeshuis! Daarna moesten de kinderen zich natuurlijk gaan aankleden. Wat een drama en chaos was dat! Alle kleding ligt in vier wasmanden en stinkt als de pest. Naar maten wordt niet gekeken en wat het ene kind de ene dag aan heeft, kan een ander kind zomaar de andere dag aanhebben. Kleding wordt gevonden door in de manden tussen de stinkende kleding te graaien en dan maar te hopen dat de broek die je vindt past en bij het kind niet tot op de knieën hangt. Ook was er niet genoeg ondergoed voor iedereen. Ik vond het echt heel erg om dit te zien. In het weeshuis in Kpando had elk kind z'n eigen boortje in de kast met zijn of haar eigen kleding, maar hier lag het gewoon allemaal op hopen bij elkaar.

De rest van de dag hebben we doorgebracht in Accra omdat het een nationale feestdag, Suikerfeest, was. We zijn teruggegaan naar het Art center (waar we vorige week maandag bij de introductie ook zijn geweest) en daar zagen we William en Grace terug! Ze waren heel blij om ons te zien, ook al hadden ze ons de dag ervoor ook nog gezien toen ze ons naar Gomoa Tarkwa brachten. Ze hebben ons gelijk voorgesteld aan de vier nieuwe vrijwilligers en ook hebben ze nog een rondje met ons gelopen om te helpen afdingen.

Op de terugweg hebben we een grote zak met 30 zakjes x500ml water gekocht. Ik heb die zak op m'n hoofd mee terug naar het weeshuis gedragen, wat nog best een eindje lopen is. Ik dacht: wat die Afrikaanse vrouwen kunnen, moet ik ook kunnen! Jammer genoeg had ik heel erge nekpijn toen we aankwamen. Ik denk toch dat die Afrikanen sterkere nekspieren hebben dan wij, haha!

Heel erg bedankt voor alle reacties op m'n verhalen trouwens, ik vind het heel lief en leuk om ze te lezen!!

Second opinion en nieuw project

Omdat het met Latifah eerder steeds slechter dan beter ging, zijn we zondag naar het Lister Hospital in Accra gegaan. Met de taxi deden we er 3,5 uur over in plaats van 6!! Wat een verschil. Het Lister ziekenhuis veel beter dan waar we in Kpando geweest zijn. In het ziekenhuis aangekomen werd ons verteld dat het bijna geen malaria kon zijn, omdat dat pas na 7-20 dagen symptomen geeft. Er werd weer bloed afgenomen om te testen op malariaparasieten en uit de uitslag bleek dat Latifah helemaal geen malaria had! Waarschijnlijk was ze zo ziek geworden van het eten.

Tina (onze big mama en eerste aanspreekpunt hier in Ghana), Grace (nichtje van Tina) en William (chauffeur) zijn ook naar het ziekenhuis gekomen om ons te ondersteunen en later naar een nieuw project te brengen. Dit omdat we ons op het project in Kpando niet welkom voelden. We zijn gelijk na het ziekenhuis naar Gomoa Tarkwa (de mensen hie spreken het uit als: gomotakwa) gereden. Het project waar we naartoe gebracht werden, heet Hope for Orphans. Daar aangekomen zagen we dat de kinderen ons al stonden op te wachten en toen we uitstapten stormden ze allemaal op ons af en wilden ze ons allemaal aanraken. John, de leider van het project, knuffeld ons ter begroeting en we voelden ons gelijk een stuk welkomer en op ons plek dan in Kpando.

Van geen stromend water kijken we niet meer raar op, maar wat wel een nadeel is, is dat er in het weeshuis geen elektriciteit is! Daarbij komt dat het rond 18 uur compleet donker is in Ghana, dus donker is hier ook echt donker. John heeft na aankomst in het donker onze klamboes opgehangen. Avond eten doen we met zaklampen. Ergens heeft het ook wel wat natuurlijk. In Nederland wordt iedereen gek als ergens de stroom uitvalt, maar hier leren we er vanzelf mee leven. Lekker back to basic

Tongue Out
.En John heeft een huis in het dorp met elektriciteit, dus we kunnen onze telefoons aan hem meegeven om ze op te laten laden.

Onze bedden slapen hier gelukkig een heel stuk beter dan in Kpando, want dat was daar wel een beetje dramatisch!

Smile

Wli watervallen en tropisch regenwoud!

Zaterdag ben ik met Marina naar de Wli watervallen geweest. Deze waterval is de hoogste in Ghana en West-Afrika. Uiteraard gingen we met de trotro! Hoe dichter we bij de watervallen kwamen, hoe meer blanken we tegen kwamen. Het is voor ons gewoon raar om andere "obruni's" tegen te komen! De waterval bestaat uit een 'higher fall' en een 'lower fall'. Om bij de higher fall te komen, moest je 3 uur een berg oplopen en daar hadden we allebei niet echt zin in, dus wij kozen de lower fall. Een gids nam ons mee door het betoverende Agumatsa rainforest. Het was echt heel bijzonder om daar doorheen te lopen! We hebben cacao bonen en koffiebonen aan de bomen zien hangen. Ook wees de gids ons op een boom waar een parasiet omheen groeide! Ik wist niet eens dat bomen ook parasieten konden zijn. We hebben jammer genoeg geen apen gezien, maar we hebben ze wel gehoord! De gids zei al dat ze zich bijna nooit laten zien. Ze verstoppen zich omdat ze bang zijn van het geluid en de mensen.

Na 30/45 minuten lopen, kwamen we aan bij de waterval. Wauw! Het was echt prachtig om te zien. Bij de introductie was gezegd dat we in Ghana alleen mochten zwemmen in de zee, een waterval of in een zwembad, dus zwemmen gingen we zeker! Toen we daar aankwamen, was het helemaal niet druk. Met ons erbij waren er misschien 10 mensen, allemaal blank. Het was dus wel duidelijk dat de watervallen een echte toeristische attractie waren.

We zijn daar een aantal uren gebleven en hoe later het werd, hoe meer mensen er kwamen.Ik denk dat er toen wij weg gingen wel een stuk of 100 mensen bij de waterval waren. Ook heel veel locals die de waterval als ontmoetingsplaats gebruiken. Die wilden overigens constant met ons op de foto. Ze kwamen allemaal naar ons toe met de vraag of we met ze op de foto wilden. We voelden ons op den duur net zo'n attractie als de waterval

Tongue Out

We hadden tegen ons gids gezegd dat hij niet op ons hoefde te wachten, dus de terug weg liepen we alleen door het regenwoud. Onderweg kwamen we weer allerlei mensen tegen die onze 'friend' wilden zijn en zelfs vroegen of we met ze wilden trouwen!

Vanuit het dorp onderaan de berg van de waterval ging geen taxi meer terug naar Hohoe en een man bood aan om ons op de motor terug te brengen. Eerst was ik nogal huiverig, maar uiteindelijk besloten we het toch maar te doen. Het hoort bij ons avontuur! Het was echt geweldig. We scheurden op de motor naar beneden langs het regenwoud, alle mensen en huisjes. Onderweg zijn we nog een aantal keer gestopt om foto's te maken en ook omdat de ketting van de motor gemaakt moest worden.

Al met al was het echt een heerlijk en geweldig dagje!!

Laughing

Dagje ziekenhuis

Vrijdag hebben we de hele dag in het ziekenhuis doorgebracht. Maandag bij de oriëntatie was ons verteld dat we erg goed moesten opletten als we verschillende symptomen van malaria vertoonden. Latifah was donderdagnacht erg ziek geworden en Marina en ik vonden dat we voor de zekerheid een malaria test moesten gaan doen.

In het ziekenhuis werden we gelijk geholpen, omdat onze gastmoeder de dokter kent en hem had gebeld om te zeggen dat haar vrijwilligers eraan kwamen. Er werd bloed afgenomen en dat zou onderzocht worden op malaria parasieten. Na een tijdje kwam de dokter terug en hij zei ze Malaria had!! We schrokken ons dood, maar er werd ook gelijk bij gezegd dat het goed te behandelen is. Ze kreeg een infuus met een liter ORS zoutoplossing en een liter natriumchloride tegen de diarree. Ook kreeg ze vier verschillende soorten pillen mee die ze 2 of 3 x op een dag moest slikken.

Eerste werkdag

Vandaag was de eerste echte werkdag. Ik zou les gaan geven in grade 6, oftewel groep 8. Eenmaal aangekomen op school vroeg de directeur aan me of ik wiskunde en Engels kon geven. Ook besloot hij dat ik science ging geven, terwijl ik helemaal niet goed ben in scheikunde! Nou, dat dus gezegd hebbende gaf hij me de schoolboeken en zette hij me voor de klas met de mededeling dat ik dus ging lesgeven en dat de kinderen goed naar me moesten luisteren. Het was echt zo van: nou deze lessen ga je geven en zoek het maar uit! Ik voelde me ook best een beetje heel erg verloren toen ik daar stond, dus ik besloot te beginnen met alle kinderen hun namen op een papier te laten schrijven en dat op hun tafel neer te zetten. Door middel van krantenmeppertje hoopte ik de spanning wat te breken en de namen te leren kennen. De kinderen kenden het spelletje niet, maar vonden het gelukkig erg leuk.

'Oke, dan nu wiskunde. Oke... uhm... shit, shit ik weet helemaal niet waar ze mee bezig zijn en hoe ze hier leren rekenen.' Ik wist wel dat het revisie week was en dat alle stof herhaald moest worden. Dus ik vroeg aan de kinderen waar ze mee bezig waren en na wat zoeken had ik het goede hoofdstuk gevonden. De kinderen hadden geen boeken, alleen een schriftje. Ik heb me door de wiskunde hoofdstukken heen gebluft door steeds een som op het bord te schrijven die de kinderen moesten maken in hun schrift en vervolgens gevraagd wie hem op het bord wilde uitschrijven. Er was ook een hoofdstuk over kansrekening en toen ik vroeg wat de kans was dat je wit was in de klas, moesten ze allemaal erg hard lachen. Met een beetje humor kom je ook al een heel eind in Ghana :)

De kinderen waren best een beetje lacherig omdat ik hun namen verkeerd uitsprak of cedi in plaats van "cidi" zei, dus bij Engels heb ik ze een stukje laten schrijven over wat ze over me dachten toen ze me voor het eerst zagen, wat ze van me wilden leren en wat zij mij wilden leren. Ik was namelijk een beetje bang dat ze me maar raar vonden. Dat zou overigens ook niet zo vreemd zijn natuurlijk.

Bij het schrijven viel me op dat ze allemaal erg graag van alles wilden vertellen en de meesten schreven hun blaadje dan ook bijna vol. Als ik m'n groep 7 in Nederland een schrijfopdracht gaf, was altijd een van de eerste vragen hoeveel regels het moesten zijn, maar hier vroeg niemand dat.

Toen ik hun stukjes las, bleek echter dat ze allemaal "very happy and excited" waren dat ik bij hun in de klas les kwam geven en dat ze me heel leuk en lief vonden. Sommigen schreven zelfs al dat ze van me hielden! Ze wilden dat ik ze alles leerde wat ik wist, zodat ze het perfect zouden doen op school. Mij wilden ze graag hun taal, Ewe, leren. Ik vond het super om hun verhalen te lezen!

Wat me opvalt, is dat de kinderen hier dus echt heeeel gemotiveerd zijn voor school en vanalles willen leren en kunnen. Als ik de kinderen in Nederland hard of veel liet werken, zeiden sommigen gelijk dat dat kinderarbeid en kindermishandeling is. Maar de Ghanese kinderen denken daar heel anders over!! Dat was heel leuk om te ervaren.

In het kindertehuis wonen ongeveer 15 kinderen met twee "mama's". De kinderen lopen allemaal in vieze en gescheurde kleren en op blote voeten. Die avond hebben we dan ook gelijk een heleboel kleren uitgedeeld aan de kinderen. Ze vonden het prachtig! Ze slapen allemaal bij elkaar op een kamer die volstaat met stapelbedden. De matrassen zijn vercheurd en versletenen, de kinderen hebben geen lakens of kussens en slapen in hum gewone kleren. Die kleren moeten ze 2-3 dagen aanhouden. Het was shockerend om dit allemaal met eigen ogen te zien. En ondanks alle armoede zijn de kinderen blij en gelukkig! Ze lachen de hele dag, helpen elkaar en hebben alles voor elkaar over. De oudere kinderen helpen de kleintjes en ieder kind heeft zijn eigen taak in het tehuis. Iedereen helpt mee. Het gaat in Ghana niet om jou als individu, maar om je familie en de gemeenschap. Dat vind ik mooi om te zien.

In het kindertehuis is geen stromend water en in onze kamer staat een grote bak waar we emmers water uit de, met regenwater gevulde, waterput in gooien. Water halen we uit de put door er een emmer in te gooien die vastzit aan een touw, deze vol te laten lopen en vervolgens weer omhoog te hijsen. Als we willen douchen of de wc willen doorspoelen, pakken we water uit bak in onze kamer. Douchen gebeurt met een emmer. Je vult een emmer met water en in de badkamer ligt een kleiner emmertje waarmee je dan steeds water uit de grotere emmer pakt en over je heen giet. Het klinkt allemaal heel raar, maar toen ik het voor de eerste keer deed, vond ik het alles meevallen!

Ik weet niet of ik het al gezegd had, maar in Ghana drink je water uit een plastic zakje. Het zijn vierkante zakjes waar een halve liter water in zit. Het puntje bijt je kapot en door dat gaatje drink je het water. In het begin vond ik dat water heel erg naar plastic smaken, maar ondertussen ben ik er gewend aan geraakt en proef ik er niks meer van. Eén zakje kost 10 pesewas. Als je weet dat 1 Cedi (=100 pesewas) ongeveer 25-30 eurocent is, kost een zakje dus ongeveer 3 eurocent! Bijna niks dus.

Verder hebben we die dag vooral met de kinderen gespeeld en 's avonds kregen we spaghetti met een peperige tomatensaus te eten. Het was erg lekker!

Op naar ons project!

Woensdag 15 juli: om 4 uur vannacht werden we opgehaald en naar het "busstation" gebracht. Daar waren we rond 5 uur. Vanaf daar zouden we met de tro tro naar ons project in Kpando worden gebracht. Het was even spannend of al onze koffers en tassen wel zouden passen, maar de Ghanezen bonden ze vast met allemaal touw over de kofferbak en toen paste het. Uiteindelijk vertrokken we pas om half zeven, want er moest natuurlijk gewacht worden totdat de tro tro vol zat. Een rit met het openbaar vervoer in Ghana is een hele belevenis op zich. Zoals ik al zei kriskrassen ze over de weg en toeteren ze constant om andere weggebruikers te laten weten dat ze eraan komen. Het gebeurt vaak dat je ineens helemaal links gaat rijden omdat er grote putten of gaten ontweken moeten worden.

De rit ging tergend langzaam. Naarmate we verder naar het noordoosten van Accra vandaan reden, werden de wegen steeds slechter, de huizen steeds krakkemikkiger en de mensen steeds armer. Tijdens het rijden is er vanalles te zien. Overal lopen mensen met eten, kleren, drinken of hele koelboxen met ijsjes op hum hoofd. En zodra je stopt, komen al die mensen op je afgerend en gaan rond de auto staan omdat ze allemaal wat aan je willen verkopen.

Ik ben erachter gekomen dat Ghanezen heel erg de kat uit de boom kijken. In het begin kunnen ze soms nogal nors overkomen en zeggen ze niet veel tegen je. In de tro tro ging dat precies zo. Maar na een tijdje, als het voor hun gevoel goed zit, zijn ze heel erg vriendelijk!! De man die naast mij zat, kocht een soort oliebollen van de straatverkopers en gaf er een aan mij zodat ik kon proeven! En later kocht hij weer iets en mocht ik weer proeven. Nou, dat heb ik in Nederland nog nooit meegemaakt. Als ze eenmaal ontdooid zijn, willen ze je ook vanalles vertellen over hun land en eten en vinden ze het geweldig als je vragen stelt en een paar woordjes in hun taal kent.

Ons was verteld dat het ongeveer 3 uur rijden was naar Kpando, maar wij hebben er bijna 6 uur over gedaan! Eenmaal aangekomen, werden we opgehaald door Mawusi, de baas van het kindertehuis waar we zouden gaan verblijven. Zij heeft ons de basisschool laten zien waar we zouden gaan werken en de rest van de dag hebben we onze bedden in orde gemaakt en uitgerust van de indrukwekkende maar vermoeidende reis.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active